Slechts 0,11% medewerkers kiest voor mobiliteitsbudget
HR GETOETST - In maart 2019 lanceerde de Vlaamse overheid het mobiliteitsbudget. Sindsdien kunnen werknemers met het bedrag, dat ze anders aan een bedrijfswagen zouden spenderen, zelf hun mobiliteitsbehoefte invullen. Lees: ze kunnen een elektrische fiets leasen of kopen, een treinabonnement nemen of opteren voor een elektrische wagen. Acerta peilde naar het succes van deze nieuwe maatregel, maar het resultaat was ontnuchterend: slechts 0,11% van de medewerkers kiest effectief voor het mobiliteitsbudget. Hoe komt dat, en wat kun jij er als werkgever mee aan doen? Je leest het hier.
Betere resultaten dan cash for car
0,11%: een bar slechte score. En toch scoort deze nieuwe maatregel al beter dan de vorige. De cash-for-car-regeling – waarbij werknemers hun bedrijfswagen konden inruilen voor een geldbedrag – wist in het lanceringsjaar 2018 slechts 0,065% van de medewerkers te overtuigen. Eind 2019 zien we dat de keuze voor cash for car een kleine groei kent. Afgelopen jaar koos 0,175% van de medewerkers voor cash for car.
Bij cash for car bied je je medewerkers wel geld aan, maar geen echte mobiliteitsoplossing. Het vraagstuk over hoe je medewerker zijn woon-werkverkeer vlotter én milieuvriendelijker maakt, blijft dus bestaan. Het is geen ideale oplossing. In een arrest van 23 januari 2020 oordeelt het Grondwettelijk Hof trouwens dat er heel wat problemen zijn met de mobiliteitsvergoeding. Je leest er hier meer over.
Waarom kan het mobiliteitsbudget wel een succes worden?
Hoewel de cijfers voor het mobiliteitsbudget momenteel niet bepaald spectaculair zijn, gelooft Acerta wel dat de maatregel een succes kan worden. Met het mobiliteitsbudget geef je je medewerkers zelf keuzes. Dit is zeker interessant als je weet dat meer dan 50 % van de medewerkers bereid is om zijn bedrijfswagen in te wisselen en 70% van de medewerkers graag meer inspraak heeft in zijn loonpakket.
Hindernissen voor het mobiliteitsbudget
Er zijn een aantal hindernissen die het succes van het mobiliteitsbudget momenteel in de weg staan. Een eerste euvel vind je bij de medewerkers zelf. Iets minder dan 50 procent van de medewerkers staat niet te springen om zijn salariswagen af te staan. Het is als werkgever dus belangrijk om je medewerkers goed te informeren als je ervoor kiest om het mobiliteitsbudget in te voeren.
Een tweede reden voor de trage start van het mobiliteitsbudget heeft te maken met de duur van leasecontracten. Bedrijfswagens hebben doorgaans een leasecontract voor vier tot vijf jaar. Als je als werkgever wilt overstappen naar een mobiliteitsbudget is het beter om eerst deze contracten te laten aflopen. Zet je het contract vroegtijdig stop? Dan betaal je heel wat extra kosten voor het verbreken van het contract.
Mobiliteitsoplossingen in een cafetariaplan? Je kan verschillende mobiliteitsoplossing opnemen in een cafetariaplan. Denk maar aan een bedrijfswagen, bedrijfsfiets, parkingabonnement of abonnement autodelen. Ontdek het cafetariaplan |
Een andere hindernis voor werkgevers is dat het beheren van een wagenpark veel eenvoudiger is dan het beheren van mobiliteitsbudgetten, omdat iedere medewerker kiest voor andere mobiliteitsoplossingen. Om deze hindernis weg te werken is het belangrijk om een goede samenwerking te creëren met je hr-dienst, zonder dat je deze overbelast. Het creëren van een online tool waarin de medewerker zijn keuzes doorgeeft, kan al een eerste stap zijn om het beheer te vereenvoudigen.
Een laatste pijnpunt is de hoge prijs voor elektrische wagens. Momenteel zijn er nog geen elektrische wagens binnen de middenklasse beschikbaar. Dit terwijl de meeste bedrijfswagens onder deze categorie vallen. Hierdoor is het dus niet mogelijk om een elektrische wagen te financieren met een mobiliteitsbudget. Van zodra elektrische wagens betaalbaarder worden, zal het mobiliteitsbudget voor heel wat medewerkers een interessantere keuze zijn.
Dit artikel maakt deel uit van het dossier 'HR GETOETST'.Auteur: Partnercontent
HRM – arbeidsmarkt – duurzaam werken